Tot 2004 werkte ik als productie assistent en assistent locatie-manager in de filmwereld. Vanaf 2004 als acteur en scenarist. Ik ben een actuer die op zijn best is als hij met tegenspelers kan werken die - net als ik - hun rol niet spelen maar leven. Als de situatie erom vraagt wijk ik van het (door)leefmodel: ooit las ik in mijn script dat er een door mij dood gereden personage in mijn armen lag. Alletwee ónder het bloed. Over dit vooruitzicht maakte ik mij ernstige zorgen. Gelukkig kreeg ik een rol in een commercial waar ik een toffe toneelacteur ontmoette en hem mijn probleem uitlegde. Hij wist daar wel raad mee. Hij stelde mij een vraag. Eén vraag. 'Oscar, hoe ziet verdriet eruit?' Nog voordat hij zijn vraag helemaal had uitgesproken, viel het kwartje bij mij. Ik heb die scène een paar keer over moeten doen (wegens technische problemen ;-) . Elke keer kon ik voor er 'Action' klonk ginnegappen met mijn tegenspeler en de crew. Eeuwig dankbaar ben ik hem daarvoor. Over mijn kwaliteit als acteur kan ik met trots zeggen dat in die Telefilm waarvan ik de titel niet zal noemen, vooral (uitsluitend?) de scènes waarin Hans Kesting en ik speelden overtuigend waren. Een geweldenaar die Hans. Maar ik bleef staan en meer dan dat. Het was een feest om met dat beest te mogen spelen. Dankjewel Hans! Tot slot, toen ik ooit een nare manager moest spelen informeerde de regisseur tussen de takes door 'Of ik nou zo'n nare vent was of dit alleen maar speelde?'